Gedachten over “A Cypherpunk’s Manifesto”, deel 8
*Cypherpunks schrijven code. Wij weten dat iemand de software moet schrijven om privacy te beschermen, en aangezien we geen privacy kunnen hebben totdat we het allemaal hebben, gaan we deze schrijven. Wij publiceren onze code zodat onze mede-Cypherpunks kunnen oefenen en ermee kunnen spelen. Onze code is vrij, te gebruiken door iedereen, wereldwijd. Het interesseert ons niet veel of je de software die we schrijven goedkeurt. We weten dat software niet vernietigd kan worden en dat een wijdverbreid systeem niet afgesloten kan worden.*
*Cypherpunks betreuren regelgeving voor cryptografie, want versleuteling is fundamenteel een privé-handeling. De daad van versleutelen verwijdert feitelijk informatie uit het publieke domein. Zelfs wetten tegen cryptografie reiken slechts zover als de grenzen van een natie en de arm van haar geweld. Cryptografie zal zich onontkoombaar verspreiden over de hele aardbol en met zich de anonieme transacties die het mogelijk maakt.*
De kern van de Cypherpunk-ethos is om ideologie on te zetten in actie en om code te laten spreken.
De Cypherpunkbeweging beschouwt code als een uiting en aangezien meningsuiting toegestaan is, moet code ook vrijelijk toegestaan zijn.
Net als met meningsuiting interesseert het de Cypherpunks niet “of je de software die we schrijven goedkeurt.” De code is beschikbaar, of iemand het nu leuk vindt of niet.
Je kunt het wel of niet gebruiken, dat zal ze er niet van weerhouden om de code te schrijven. Dit geldt overigens voor de meeste Open Sourcesoftware.
De tweede paragraaf is voor mij meer interessant en breed: encryptie is geen slechte daad. Zoals ik al verkend heb in eerdere delen van deze serie is privacy in het digitale tijdperk praktisch onmogelijk: informatie wil zich verspreiden, en zal dat dus ook doen. Er zijn vrij veel mensen die zich gebrand hebben aan deze karakteristiek nadat ze bijvoorbeeld een bericht plaatsten op Facebook of andere social media van hun keuze. Zelf als zij niet dachten dat dit zich zou verspreiden, dan konden anderen dat voor hun doen.
Encryptie is het tegenovergestelde van het openlijk verspreiden van data: het is de vrijwillige daad om de verspreiding van wat je deelt te beperken. Het is analoog aan het dichtdoen van je deur of gordijnen in het echte leven. Het heeft dezelfde karakteristieken als verbergen wat je PINcode is bij een geldautomaat. Encryptie geeft je de mogelijkheid te kiezen met wie je je informatie deelt.
Het is dan ook goed om op te passen met bewegingen die het recht om wat je deelt af te schermen willen beperken, of, om het anders te stellen, die het recht om in goed vertrouwen privé-conversaties te voeren willen beperken.
De laatste zinnen van dit deel zijn meer profetisch dan echt op dit moment: encryptie en cryptografie voor het algemene publiek zijn op dit moment eerder in gevaar. Op dit moment is het nog maar de vraag op ze ooit een globaal beschikbaar goed zullen worden.