Gedachten over “A Cypherpunk’s Manifesto”, deel 6

Gedachten over “A Cypherpunk’s Manifesto”, deel 6

*We kunnen niet verwachten dat overheden, bedrijven of andere grote gezichtsloze organisaties ons privacy verlenen uit goedheid. Het is in hun voordeel om tot ons te spreken, en we moeten verwachten dat ze dit zullen doen. Vechten tegen hun spreken is vechten tegen de realiteiten van informatie. Informatie wil niet alleen vrij zijn, het smacht ernaar vrij te zijn. Informatie breidt zich uit om alle beschikbare opslagruimte in te nemen. Informatie is de jongere, sterkere neef van het Gerucht. Informatie is sneller, heeft meer ogen, weet meer en begrijpt minder dan het Gerucht.*

Wanneer we deze tekst lezen denk ik dat het goed is om onszelf constant te blijven beseffen dat deze in 1993 geschreven is.

Het is geen nieuwe tekst, maar de ideeën die erin vervat zijn lijken zo recent, omdat we leven in tijden waarin de waarschuwingen erin (die grotendeels niet gehoord zijn) zo herkenbaar zijn. Wij weten hoe informatie op hol kan slaan. We zien het bewijs hiervan om ons heen, in het nieuws en misschien zelfs in onze eigen levens als we ooit ongelukkig genoeg zijn geweest om gestalkt, gedoxt te zijn of als onze persoonlijke informatie misbruikt is geweest.

Toch is bovenstaand fragment neutraal: bedrijven en overheden zijn onderhevig aan prikkels die ervoor zorgen dat onze privacy niet centraal in hun agenda staat. Zeker voor bedrijven: deze willen zoveel mogelijk infomatie, om zo effectief mogelijk potentiële klanten te kunnen targetten. Dat scheelt tijd en maakt een aankoop waarschijnlijker. Hierdoor is informatie waardevol, waardoor het volledig logisch is dat er bedrijven ontstaan die handelen in deze goederen, en ze zijn dus ook ontstaan.

Ook voor overheden is privacy een lastig vraagstuk, en niet noodzakelijkerwijs vanuit een soort Big-Brotherscenario. Privacy beschermt niet alleen burgers die zich aan de wet houden, het stelt ook criminelen in staat hun activiteiten te verbergen. Dat is een duidelijk feit en dat staat diametraal tegenover de taak van een overheid haar burgers te beschermen. Het trieste is: de prikkel om de rechten van de burgers te beperken is een stuk groter, omdat falen om te beschermen een stuk zichtbaarder is dan het waarborgen van privacy. Het vergt sterk ontwikkelde principes om iets te beschermen waar je niet bedankt voor zult worden, terwijl je constant de schuld zult krijgen van de negatieve consequenties van het mogelijk maken van criminele activiteiten. Het is een Scylla en Charibdisscenario.

De consequentie is dat het aan de burgers zelf is alert te blijven op pogingen privacy te beperken.

Het deel over Informatie is pijnlijk herkenbaar. “Data is giftig” is praktisch een mantra dezer dagen. Elk bedrijf dat zich met data moet bezighouden weet de problemen die je ermee op de hals haalt. De reden: het verspreidt zich en is praktisch onmogelijk te beschermen. Verder is het waardevol en de regels waaraan het gebonden is zijn strikt.

Een ieder die wel eens van het Streisand Effect heeft gehoord (zo niet, dan nu dus) weet dat juist het proberen te verbergen van data die publiek is geworden op het internet gigantisch tegen je werkt.

Informatie is besmettelijk en zodra ze ontsnapt is gaat ze op de loop!

Nog erger: informatie zonder context is vatbaar voor manipulatie. Tegenwoordig realiseert een groot deel van ons zich hoe simpel het is om data te gebruiken om haast elke positie te verdedigen. Dat is overigens niets nieuws: elke tekstinterpretator zal je kunnen vertellen dat tekstuele analyse op betekenis moeilijk is. Je hoeft maar naar de vele vormen van Christendom te kijken om te zien hoeveel verschillende interpretaties er mogelijk zijn vanuit één tekst. Of, om wat dichter bij huis te blijven voor de meesten van mijn lezers: kijk hoeveel uiteenlopene meningen er bestaan over “wat Bitcoin is” gebaseerd op de Whitepaper van Satoshi (die een stuk dunner is dan de Bijbel!).

Het komt neer op het volgende: als je iets privé wilt houden, dan moet je het zelf doen; het is onze eigen verantwoordelijkheid om zaken privé te houden als we dat willen. En we hebben goede redenen om dit te willen doen.